14
Mijn naam is Don Tillman en ik ben alcoholist. Ik formuleerde deze woorden in mijn hoofd, maar ik sprak ze niet hardop uit. Niet omdat ik dronken was (wat wel het geval was), maar omdat ik bang was dat ze dan ook waar zouden blijken te zijn. En dan zou ik geen andere keuze hebben dan het rationele pad te volgen, wat betekende dat ik permanent zou stoppen met drinken.
Mijn dronkenschap was een gevolg van het Vader Project, in het bijzonder van de noodzaak me als barman te bekwamen. Ik had een cocktailshaker, glazen, olijven, citroenen, een zesteur en een flinke voorraad drank gekocht, zoals aangeraden werd in het Handboek voor de barman, om de ambachtelijke component van het cocktails maken onder de knie te krijgen. Het was verrassend complex, en ik ben van nature niet erg motorisch begaafd. Ik ben zelfs erg onhandig en slecht in de meeste vormen van sport, met uitzondering van oosterse vechtsporten en bergbeklimmen, wat ik al sinds mijn studententijd niet meer heb gedaan. Mijn bekwaamheid in karate en aikido is het resultaat van veel trainen gedurende een lange periode.
Ik oefende eerst op samenstelling en daarna op snelheid. Om 23.07 uur was ik uitgeput en besloot ik dat het wel interessant zou zijn om de kwaliteit van mijn cocktails te testen. Ik maakte een klassieke martini, een wodka-martini, een margarita en een Slippery nipple, cocktails die volgens het boek het populairst waren. Ze smaakten allemaal uitstekend, en er zat meer verschil tussen dan tussen verschillende ijssoorten. Ik had meer limoensap uitgeperst dan nodig was voor de margarita, dus ik maakte nog een tweede om niets te hoeven verspillen.
Onderzoek heeft eenduidig aangetoond dat de gezondheidsrisico’s van het drinken van alcohol zwaarder wegen dan de voordelen. Mijn tegenargument is dat de voordelen voor mijn mentale gezondheid de risico’s rechtvaardigen. Alcohol lijkt me zowel te kalmeren als op te peppen, een paradoxale maar aangename combinatie. En het vermindert mijn ongemakkelijkheid in sociale situaties.
Over het algemeen houd ik mijn alcoholconsumptie zorgvuldig in de gaten en plan ik twee dagen onthouding per week, hoewel ik deze regel door het Vader Project al meerdere keren had overtreden. De hoeveelheid alcohol die ik nuttig zou me niet direct als alcoholist kwalificeren. Maar mijn sterke afkeer van het idee alcohol te moeten opgeven, zou mij mogelijk wel als alcoholist kunnen aanmerken.
Subproject Massale dna-verzameling verliep naar tevredenheid, en ook het doornemen van het cocktailboek ging volgens planning. In tegenstelling tot wat men algemeen aanneemt, leidt alcoholconsumptie niet tot het afsterven van hersencellen.
Toen ik me klaarmaakte om naar bed te gaan, voelde ik sterk de behoefte om Rosie te bellen en haar te vertellen over mijn voortgang. Rationeel gezien was dit niet nodig en was het tijdverspilling om te melden dat een project volgens plan verloopt, aangezien dat het standaarduitgangspunt is. Mijn rationaliteit won. Nipt.
Rosie en ik hadden achtentwintig minuten voor de reünie afgesproken voor een kop koffie. Ik kon inmiddels ook een Verklaring Sociale Hygiëne toevoegen aan mijn cum laude masters- en doctorstitel. Het examen was niet moeilijk geweest.
Rosie had haar serveerstersuniform al aan en had een mannelijk equivalent voor mij meegenomen.
‘Ik heb het eerder opgehaald en gewassen,’ zei ze. ‘Ik had geen zin in een karatedemonstratie.’
Dat was een duidelijke verwijzing naar het Jas Incident, ook al had ik daar aikido toegepast.
Ik had me zorgvuldig voorbereid op het verzamelen van het dna: afsluitbare zakjes, tissues en voorgedrukte etiketten met de namen van de afstudeerfoto erop. Rosie benadrukte dat we geen monsters hoefden te verzamelen van degenen die niet op het afstudeerfeest waren geweest, dus ik streepte hun namen door. Ze leek verbaasd dat ik die had onthouden, maar ik was vastbesloten geen fouten te maken door gebrek aan kennis.
De reünie werd in een golfclub gehouden. Aanvankelijk leek me dat nogal vreemd, maar ik kwam erachter dat de faciliteiten van de club niet zozeer met golf te maken hadden, maar meer gericht waren op eten en drinken. Ik kwam er ook achter dat we sterk overgekwalificeerd waren. Het vaste barpersoneel was aanwezig om de drankjes te bereiden. Onze taak bestond slechts uit het opnemen van bestellingen, het serveren van de drankjes, en het belangrijkste, het ophalen van de lege glazen. Blijkbaar was het tijdverspilling geweest om mijn vaardigheden als cocktailbereider te ontwikkelen.
Toen de gasten langzaam binnen begonnen te druppelen, kreeg ik een dienblad met drankjes om uit te delen. Ik ontdekte meteen een probleem. Geen naamkaartjes! Hoe moesten we de bron van het dna-monster dan identificeren? Ik wist Rosie op te sporen, die zich het probleem ook had gerealiseerd maar al een oplossing had bedacht, gebaseerd op haar kennis van sociaal gedrag.
‘Zeg gewoon: “Hallo, mijn naam is Don en ik ben vanavond uw ober, dokter...”’ Ze demonstreerde hoe ik de indruk moest wekken dat de zin nog niet af was, om de mensen aan te moedigen hun naam te geven. Verbazingwekkend genoeg bleek dit in 72,5 procent van de gevallen te werken. Ik realiseerde me dat ik hetzelfde bij de vrouwen moest doen, om niet seksistisch over te komen.
Even later zag ik Eamonn Hughes en Peter Enticott arriveren, de kandidaten die al waren afgevallen. Als vriend van de familie moest Eamonn hebben geweten van Rosies baan. Ze legde hem uit dat ik in de avond bijkluste om mijn inkomen als academicus aan te vullen. Tegen Peter Enticott zei ze dat ze parttime als barjuffrouw werkte om haar promotieopleiding te kunnen bekostigen. Misschien dat ze beiden aannamen dat Rosie en ik elkaar van het werk kenden.
Het discreet verzamelen van dna van de glazen bleek het meest lastige te zijn. Van elk dienblad dat ik terugbracht naar de bar wist ik maar hooguit één monster te verkrijgen. Rosie had nog meer problemen.
‘Ik kan de namen niet allemaal onthouden,’ zei ze verhit terwijl we elkaar passeerden met dienbladen vol drankjes. Het begon druk te worden en ze leek wat geëmotioneerd. Ik vergeet soms dat de meeste mensen niet bekend zijn met enkele basistechnieken om informatie te onthouden. Het slagen van het subproject zou op mij aankomen.
‘We hebben nog voldoende gelegenheid wanneer ze gaan zitten,’ zei ik. ‘Er is geen reden tot paniek.’
Ik bekeek de tafelindeling voor het diner – tien plaatsen per tafel, plus twee tafels met elf plaatsen – en rekende uit dat er tweeënnegentig aanwezigen waren. Dat was uiteraard inclusief vrouwelijke artsen. Partners waren niet uitgenodigd. Er was een kleine kans dat Rosies vader een transseksueel was, dus ik nam me voor de vrouwen te controleren op mannelijke kenmerken en degenen over wie ik twijfelde ook te testen. Maar over het algemeen zagen de cijfers er veelbelovend uit.
Toen de gasten plaatsnamen, schakelde de bediening over op het opnemen van bestellingen in plaats van het uitdelen van een beperkte selectie drankjes. Blijkbaar was dit ongebruikelijk. Normaal gesproken zouden we alleen flessen wijn, bier en water naar de tafels brengen, maar aangezien dit een chique aangelegenheid was, nam de club bestellingen op en werd ons gezegd ‘het dure spul aan de man te brengen’, schijnbaar om de winst van de club te verhogen. Als ik dit goed deed, dan zouden eventuele andere fouten mij wellicht vergeven worden, zo realiseerde ik me.
Ik liep naar een van de tafels van elf. Ik had me al aan zeven van de gasten voorgesteld en had zo zes namen weten te ontfutselen.
Ik begon bij een vrouw van wie ik de naam al kende.
‘Gegroet, dokter Collie. Wat wilt u drinken?’
Ze keek me vreemd aan. Even dacht ik dat ik een fout had gemaakt met de woordassociatiemethode die ik had toegepast en dat haar naam wellicht Dobermann of Poedel was. Maar ze verbeterde me niet.
‘Gewoon een witte wijn, dank u.’
‘Ik kan u een margarita aanraden. De populairste cocktail ter wereld.’
‘Serveren jullie cocktails?’
‘Correct.’
‘In dat geval wil ik graag een martini,’ zei ze.
‘Klassiek?’
‘Ja, alstublieft.’ Makkelijk.
Ik richtte me tot de nog niet geïdentificeerde man naast haar en paste Rosies truc toe in een poging zijn naam los te krijgen. ‘Gegroet, mijn naam is Don en ik zal u vanavond bedienen, dokter...’
‘U zei dat u cocktails serveert?’
‘Correct.’
‘Hebt u wel eens van een Rob Roy gehoord?’
‘Uiteraard.’
‘Nou, doe mij er dan maar een.’
‘Zoet, droog of perfect?’ vroeg ik.
Een van de mannen tegenover mijn klant begon te lachen. ‘Doe hem dat maar eens na, Brian.’
‘Perfect,’ zei de man die ik nu kon identificeren als dokter Brian Joyce. Er waren twee Brians, maar de andere had ik al geïdentificeerd.
Dokter Walsh (vrouw, geen transseksuele kenmerken) bestelde een margarita.
‘Klassiek, premium, aardbei, mango, meloen of salie en ananas?’ vroeg ik.
‘Salie en ananas? Ach, waarom ook niet.’
Mijn volgende klant was de enige nog niet geïdentificeerde man aan deze tafel, de man die had moeten lachen om Brians bestelling. Hij had eerder niet gereageerd op de truc om zijn naam te ontfutselen. Ik besloot die niet te herhalen.
‘Wat wilt u drinken?’ vroeg ik.
‘Ik wil een gepocheerde Koerdische zeilmaker met een omgekeerde twist,’ zei hij. ‘Shaken, not stirred.’
Ik was niet bekend met dit drankje, maar ik nam aan dat de professionals achter de bar het wel zouden kennen.
‘Uw naam, alstublieft?’
‘Pardon?’
‘Ik heb uw naam nodig. Om fouten te voorkomen.’
Er viel een stilte. ‘Hij heet Rod,’ zei dokter Jenny Broadhurst, die naast hem zat.
‘Dokter Roderick Broadhurst, correct?’ zei ik bij wijze van bevestiging. De regel over het thuislaten van partners gold uiteraard niet voor mensen die een relatie hadden met een studiegenoot. Er waren zeven van dit soort koppels en Jenny zat naast haar man, zoals te verwachten viel.
‘Wat...’ begon Rod, maar Jenny onderbrak hem.
‘Dat is inderdaad correct. Ik ben Jenny en ik wil ook graag een salie-en-ananasmargarita, alstublieft.’ Ze draaide zich naar Rod toe. ‘Waarom doe je zo vervelend? Met je zeilmaker? Bewaar die grapjes maar voor iemand met hetzelfde aantal synapsen als jij.’
Rod keek naar haar en toen naar mij. ‘Sorry, maat, het was maar een geintje. Ik wil graag een martini. Klassiek.’
De rest van de namen en bestellingen wist ik zonder problemen te verzamelen. Ik begreep dat Jenny discreet aan Rod had willen uitleggen dat ik niet zo intelligent was, vermoedelijk vanwege mijn rol als ober. Ze had een handig sociaal trucje toegepast, dat ik onthield voor toekomstig gebruik, maar ze had een feitelijke fout gemaakt die Rod niet had gecorrigeerd. Misschien dat ze op een dag een medische fout zou maken of een fout in een onderzoek als gevolg van dit misverstand.
Voordat ik naar de bar terugkeerde, sprak ik hen nogmaals aan.
‘Er bestaat geen experimenteel bewijs voor een verband tussen het aantal synapsen en het intelligentieniveau bij primaten. Ik raad u aan om Annual Review of Neuroscience van Williams en Herrup eens te lezen.’ Ik hoopte dat dit zou helpen.
Toen ik bij de bar aankwam, bleken de cocktailbestellingen voor enige verwarring te zorgen. Slechts een van de drie barmedewerkers wist hoe je een Rob Roy moest maken, en alleen de klassieke. Ik gaf haar de instructies voor de perfecte variant. Toen was er een probleem met de ingrediënten voor de salie-en-ananasmargarita. De bar had wel ananas (uit blik; in het boek stond ‘vers indien mogelijk’, dus ik besloot dat dit wel acceptabel was), maar geen salie. Ik liep naar de keuken, waar ze me zelfs geen gedroogde salie konden geven. Dit was duidelijk geen ‘goed bevoorrade bar, voorbereid op elke gelegenheid’, zoals het Handboek voor de barman het noemde. Het keukenpersoneel had het ook druk, dus gebruikten we maar korianderblaadjes. Ik maakte een snelle inventarisatie van de ingrediënten van de bar om dit soort problemen in het vervolg te voorkomen.
Rosie was ook bestellingen aan het opnemen. We hadden nog niet het stadium bereikt waarin we glazen konden gaan ophalen, en sommige mensen leken nogal langzaam te drinken. Ik realiseerde me dat onze kansen zouden verbeteren bij een hoge omzet van drankjes. Helaas kon ik de gasten niet aanmoedigen sneller te drinken, aangezien ik dan niet zou voldoen aan mijn plicht als houder van een Verklaring Sociale Hygiëne. Ik besloot een middenweg te kiezen door hen te wijzen op enkele heerlijke cocktails die we serveerden.
Terwijl ik bestellingen opnam, merkte ik een verandering op in de dynamiek van het ecosysteem, bevestigd door de geïrriteerde uitdrukking op Rosies gezicht toen ze langs me liep.
‘Tafel vijf wil me hun bestellingen niet laten opnemen. Ze willen op jou wachten.’ Het bleek dat bijna iedereen liever cocktails wilde dan wijn. De eigenaren zouden ongetwijfeld erg blij zijn met de resulterende winst. Helaas leek het erop dat men bij de berekening van het benodigde aantal medewerkers voornamelijk was uitgegaan van bestellingen voor bier of wijn, dus het barpersoneel had moeite om alles bij te houden. Ze hadden verrassend weinig kennis van cocktails, dus ik moest bij de bestellingen ook de recepten opnoemen.
De oplossing voor beide problemen was simpel. Rosie ging achter de bar helpen terwijl ik in mijn eentje alle bestellingen opnam. Een goed geheugen was een groot voordeel, aangezien ik niets hoefde op te schrijven en meerdere tafels tegelijk kon helpen. Ik nam door de hele zaal bestellingen op en gaf deze met regelmatige tussenpozen door aan de bar. Als mensen ‘er nog even over wilden nadenken’, kwam ik later bij hen terug in plaats van op hen te wachten. Ik leek eerder te rennen dan te lopen, en ik sprak op de maximale nog te volgen snelheid. Het proces was erg efficiënt en leek te worden gewaardeerd door de gasten, die af en toe applaudisseerden wanneer ik erin slaagde een drankje voor te stellen dat voldeed aan bepaalde eisen, of wanneer ik de bestellingen van een tafel probleemloos kon herhalen als ze bang waren dat ik hen wellicht verkeerd had verstaan.
Langzamerhand kon ik de eerste lege glazen gaan ophalen. Ik merkte dat ik drie monsters kon nemen op weg van de eetzaal naar de bar. De rest plaatste ik bij elkaar en wees ik aan voor Rosie terwijl ik het dienblad op de bar zette en haar in rap tempo op de hoogte stelde van de namen die bij de glazen hoorden.
Ze leek wat gestrest. Ik genoot echter met volle teugen. Ik had de tegenwoordigheid van geest om de voorraad room te controleren voordat het dessert werd geserveerd. Zoals verwacht was de hoeveelheid ontoereikend voor het aantal cocktails dat ik dacht te verkopen bij de mangomousse en de dadelpudding. Rosie ging voor me naar de keuken om meer room te zoeken. Toen ik terugkwam bij de bar riep een van de barmannen: ‘Ik heb de baas aan de telefoon. Hij neemt room mee. Heb je nog iets anders nodig?’ Ik bekeek de planken en maakte een inschatting gebaseerd op de tien populairste dessertcocktails.
‘Cognac, Galliano, crème de menthe, Cointreau, advocaat, bruine rum, witte rum.’
‘Rustig aan, rustig aan,’ zei hij.
Ik was niet van plan rustig aan te doen. Ik was, zoals ze zeggen, goed op dreef.